Het is ook nooit goed. In de meeste teksten staan te veel spaties (al schrijven de meeste mensen dan weer ‘teveel’ – ander verhaal). Woorden aan elkaar schrijven is een beetje eng. Daarom waarderen we elke keer dat het lukt extra. Zeker nu afstand houden de regel is. Maar wat is er dan nu weer niet goed? In de behoefte om afstand te verkleinen, om dichter bij elkaar te komen, schrijven mensen weer onterecht woorden aan elkaar. Ook in professionele teksten. Er gaat geen vacaturetekst voorbij of we zien de constructie ‘opzoek’. ‘Wij zijn opzoek naar dingetje of dangetje m/v.’ ‘Ben jij zus of zo? Dan zijn wij opzoek naar jou!’ Met de coronamaatregelen begrijpen we de drang om elkaar juist op te zoeken. Wij voelen ‘m ook. Maar naar iets of iemand op zoek zijn is iets anders dan iemand opzoeken. Kijk, daar is die vervelende spatie weer. Als je een kandidaat voor je functie zoekt, ben je op zoek. Zoek is hier dan een zelfstandig naamwoord en geen werkwoord, net als bij op pad, op weg of op bezoek zijn. Ben je oppad of opweg of opbezoek? Nee. Dat staat raar. Je zoekt wel, je opzoekt hier niet. Dus, bij je volgende vacaturetekst ben je ‘op zoek’. Wie weet komen er dan wel meer kandidaten je bedrijf opzoeken.